GOTS certificaat bij merken, stoffen en beddenEr zijn veel keurmerken voor biologisch. Zoveel keurmerken dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Een keurmerk is belangrijk, want de term ‘biologisch katoen’ is niet beschermd. Een keurmerk of label aan een product garandeert dus dat het product ook daadwerkelijk is gemaakt van biologisch katoen.

Bij Bedaffair vindt je voornamelijk textiel producten met het GOTS label. Wij kiezen voor stoffen, dekbedovertrekken, kussenslopen, hoeslakens en matrashoezen (tijken) die dus gecertificeerd zijn met het GOTS keurmerk. Wist je dat de Bedaffair eigenaren Marjolein en Arend Vaders, de allereerste Nederlandse beddenfabrikant waren, die in 2006 startten met het gebruik van biologisch katoen in al hun pocketveringmatrassen en boxspring bodems? Nu 14 jaar (!) jaar later is dit nog steeds uniek voor een Nederlandse beddenproducent.

Bedaffair is uniek in biologisch aanbod

Uniek in de beddenbranche is Bedaffair’s grote collectie matrassen, waarvan alle katoenen matrashoezen (tijken) zijn voorzien van een GOTS keurmerk. Alle beddenmerken, van goedkoop tot heel duur, aangeboden in Nederland gebruiken standaard katoen of petrochemische polyester matrashoezen (tijken) of een mengeling van katoen/polyester. Nederlandse beddenmerken nemen nog altijd niet de bewuste keuze om de wereld een beetje beter te maken en leed van de allerarmsten te verzachten.

Waarom kiest Bedaffair voor GOTS gecertificeerd katoen? Wij vinden dat het anders kan en anders moet waar het gaat om sociaal ondernemen, respect voor het milieu, ecologie en biodiversiteit. Ook willen wij zowel onszelf als onze klanten kunnen garanderen dat de gehele productieketen schoon en eerlijk is. En dat kan niet met ‘gewoon’ katoen. De reden? Dat leggen we hieronder uit.

Bekijk hier onze bio katoenen kussen >

Bekijk hier onze bio katoenen dekbedden >

Bij het verbouwen van katoen worden enorm veel pesticiden gebruikt

Bij de teelt van katoen wordt enorm veel pesticiden gebruikt. Meer dan bij welk gewas ook. Elk jaar wordt 18 miljoen ton katoen verbouwd. Sinds de jaren ’30 is de productie verdrievoudigd, terwijl de plantages nauwelijks zijn gegroeid. Volgens het Wereldnatuur Fonds is de katoenindustrie goed voor het gebruik van 24% van de insecticiden en 11% van de pesticiden. Dat zijn behoorlijke percentages, als je weet dat de katoenteelt slecht 2,4% van alle akkerbouw ter wereld beslaat.

In 2010 werd maar liefst 3 biljoen Amerikaanse dollars aan pesticiden op deze gewassen gebruikt. Inmiddels komt bijna 80 procent van alle katoenproductie af van genetisch gemodificeerde gewassen (GMO).

Bij het verbouwen van katoen worden enorm veel pesticiden gebruikt

Pesticiden hebben impact op mens, dier, landbouwgrond en (drink)water

Katoen is gevoelig voor plagen en ziektes. Dat is een direct gevolg van intensieve teelt. Om de oogsten te beschermen tegen plagen en ziektes worden pesticiden ingezet. Het gebruik van pesticiden in de landbouw is niet alleen schadelijk voor insecten die de katoen oogst bedreigen. 1% Tot 3% van de landbouwboeren raakt vergiftigd door pesticiden. Eén miljoen belandt in het ziekenhuis: in een ontwikkelingsland zijn niet veel ziekenhuizen, dit aantal is enorm in verhouding tot capaciteit. 300.000 Landbouwboeren sterven direct door vergiftiging.

Pesticiden worden uitsluitend gebruikt voor de katoen plant, echter door wind en regen komen de chemische bestrijdingsmiddelen ook in het grondwater terecht. Hierdoor wordt ook de omringende natuur aangetast. De plaatselijke bevolking wast zich bijvoorbeeld met het aangetaste water, drinken van het aangetaste water, koken met het aangetaste water... Kortom, de plaatselijke bevolking leeft  in een door gifstoffen aangetast gebied.

Eerdere onderzoeken trokken al verontrustende conclusies over pesticiden en hun effect op de natuur. Een onderzoek uit 1983 liet zien hoe een kolonie meeuwen in de buurt van Corpus Christi in Texas werd geraakt: de meeuwen aten insecten die waren vergiftigd met een insecticide dat op een katoenveld vijf kilometer verderop werd gebruikt. 200 volwassen meeuwen en 25% van de kuikens overleden als gevolg van vergiftiging.

Onderzoekers zagen in 1996 hoe het gebruik van het pesticide Endosulfan op landbouwvelden resulteerde in de dood van meer dan 240.000 vissen. Het ging om een 25 kilometer lang stuk rivier in Alabama. Via de waterafvoer kwam het gif in de rivier terecht.

Hoe zit dit bij biologisch katoen

Er zijn dus meerdere redenen waarom Bedaffair biologisch katoen verkiest boven gewoon katoen. Het is gewoon beter in vele opzichten. Het grootste gewin van het verbouwen van biologisch katoen is dat het geteeld wordt vrij van schadelijke stoffen. Natuurlijke, niet-schadelijke alternatieven voor pesticiden zijn er: er bestaat een speciale voedselspray. Ontwikkelt door PAN (Pesticide Action Network) en het Australian Cotton Research Institute. In deze spray zit gist, suiker, maïs en voedselafval. Kleine boeren in Afrika mochten de zogenaamde voedselspray testen en waren enthousiast. Boeren hebben het recept van het Australian Cotton Research Institute gekregen en maken deze voedselspray dus zelf.

De resultaten waren opvallend: bij het verbouwen van biologisch katoen waarbij de voedselspray werd gebruikt, bracht minder oogst op dan katoen dat was behandeld met pesticiden. Maar de kosten voor de boeren lagen stukken lager: zo maakten ze eigenlijk veel meer winst op het katoen. Kleine boeren kunnen hun productie binnen tien jaar verdubbelen. Deze methode doet het in arme gebieden zelfs beter dan gewone landbouw. Een recent onderzoek van de Universiteit van Essex bij landbouwprojecten in 57 landen laat inderdaad positieve resultaten zien: per hectare levert agro-ecologie gemiddeld 79% meer oogst op en in Afrikaanse landen die ten zuiden van de Sahara liggen zelfs 117%. Als je dit weet dan is het uitbannen van chemische bestrijdingsmiddelen pure logica.

Bij biologisch katoen teelt ligt overigens ook het waterverbruik lager doordat er een beter watermanagement is. En biologisch katoen wordt verbouwd met zaden die niet genetisch gemanipuleerd zijn. En dat betekent dat de katoenboeren meer controle hebben over hun bedrijf en niet hoeven te betalen voor veel te dure zaden én pesticiden (vaak 60% van hun inkomen). Biologisch is dus in alle opzichten beter; goedkoper, veiliger, milieuvriendelijker en vrij van pesticiden. Maar hoe weten we dat aan al deze criteria wordt voldaan? Dat zien we terug bij het GOTS certificaat.

GOTS certificaat

Het Global Organic Textile Standard (GOTS) keurmerk is ontwikkeld om de productieketen van biologisch geteelde vezels tot een kledingstuk, dekbedovertrek, hoeslaken, molton of ander textiel product in kaart te brengen. GOTS is het keurmerk dat wereldwijd de hoogste ontwikkelingsstandaard voor textiel gemaakt van biologische vezels. Dit label garandeert dat de productie op een milieuvriendelijke en sociaal verantwoorde wijze gebeurt.

Hoe GOTS werkt?

In de video hieronder wordt kort en bondig uitgelegd waarom GOTS 's werelds meest vooraanstaande ontwikkelingsstandaard voor biologische textiel en verwerking is:

Bronnen:

https://www.ilo.org/global/standards/introduction-to-international-labour-standards/conventions-and-recommendations/lang--en/index.htm
https://www.global-standard.org/
http://eap.mcgill.ca/MagRack/JPR/JPR_14.htm

https://www.theguardian.com/environment/2016/sep/22/pesticide-manufacturers-own-tests-reveal-serious-harm-to-honeybees

https://www.panna.org/sites/default/files/AgroecoBriefFINALsmall.pdf

https://sputniknews.com/environment/201701121049525817-eu-killer-pesticides-ban/